Onze dieren

Boeren in het Bos zet verschillende dieren in als ‘beheerders’ en ‘klussers’. De dieren houden gebieden open, geven variatie aan de vegetatie, halen ongewenste planten of gewasresten weg of verspreiden juist de zaden. Dit voorkomt het gebruik van milieubelastende bestrijdingsmiddelen en dringt het gebruik van fossiele brandstoffen terug. Het werk wordt gedaan door oerrassen, zoals de Schotse Hooglander, Angus en Tamworth varken. Elk dier heeft zijn eigen kwaliteit; we zetten dan ook verschillende soorten in. Dit maakt het landschap meer divers. Bovendien heeft elk natuurgebied iets anders nodig. De dieren lopen 365 dagen per jaar in de vrije natuur en eten met de seizoenen mee. Door de beweging en het eten van kruiden, grassen, takken en bladeren kunnen ze zichzelf gezond houden.

Op de afbeeldingen hieronder zie je de vergelijking tussen de eisen die het Beter Leven keurmerk stelt aan varkenshouderij en onze manier van varkens houden. Voor de dieren is het leven bij ons dus nog een stuk fijner (natuurlijker)! Bovenop de 3-sterren eisen, leven de dieren bij ons in familiekuddes, hebben ze nog veel meer ruimte, en leven ze jaarrond buiten. Daar komt bij dat onze dieren ook nog eens bijdragen aan het vastleggen van CO2, het verbeteren van bodem- en bosgezondheid, het vergroten van biodiversiteit, en meer…

Bosvarkens

Onze varkens hebben een eigen rol in het beheer van bossen en natuurgebieden. Ze hebben verschillende functies; het opruimen van dode dieren, het onder controle houden van insecten die schadelijk kunnen zijn voor bomen en door het verspreiden van zaden van planten en sporen van schimmels. Wanneer de varkens wroeten komen zuurstof, voedingsstoffen en water makkelijker in de bodem, jonge planten hebben de kans om te ontkiemen en wortelgroei van grassen wordt gestimuleerd. Ook verhogen ze de mogelijkheden voor kikkers en padden om voort te planten door het creëren van ondiepe poelen waarin water blijft staan met hun buik. Ook verminderen ze de overvloed van sommige plantensoorten, zoals berenklauw, pitrus en brandnetels.

Het ras waar we mee werken is het Tamworth varken. Dit is één van de oudste varkensrassen uit Engeland. Het Tamworthvarken is rossig van kleur en stamt vermoedelijk af van de Europese wilde zwijnen. Ze zijn erg goed in wroeten en hun eigen eten vinden. Ook groeien ze langzaam en zijn goed bestand tegen het Nederlandse klimaat. Wat we vooral heel belangrijk vinden is dat ze vriendelijk zijn, ze houden enorm van een gekriebel op hun buik en rug!

Runderen

Onze runderen begrazen natuurgebieden het hele jaar rond. Hun aanwezigheid remt verruiging en opslag van bomen, waardoor open natuurterreinen niet veranderen in bossen. We zetten de runderen in om grassen, kruiden en jonge aanwas van struiken en bomen in te korten. Deze verstoring zet aan tot het vormen van knoppen bij houtachtige soorten en hergroei bij grassen en kruiden.

We kiezen voor de rassen Schotse Hooglander en Angus, omdat dit nog echte oer-runderen zijn. Daarnaast hebben we Brandrode Runderen, omdat we hiermee bijdragen aan het behoud van dit zeldzame oerhollandse ras. Al deze rassen zijn gewend om op schrale gronden te grazen en doen het erg goed in natuurgebieden. Ze hebben onze zorg bijna niet nodig. We voeren ze wel af en toe, zodat we makkelijk bij ze kunnen komen als het nodig is. In de gebieden die opengesteld zijn voor bezoek zijn ze ideaal, want ze zijn vriendelijk als je ze benadert en zullen niet snel schrikken van iets.

Kippen

Onze kippen zijn een mengelmoes van grote dubbeldoel rassen. Ze leggen dus zowel eieren als dat er mooi vlees aan de dieren zit. De kippen worden als kuiken geboren uit broedeieren van onze eigen dieren. Daar komen haantjes en hennetjes uit. De hennetjes zijn vooralsnog om de rol van legkip te gaan vervullen. De haantjes brengen we groot en slachten we zelf.

We houden de kippen zoveel mogelijk maanden in het jaar op het grasland. Ze roteren achter de koeien of schapen aan. De kippen eten dan gras en kruiden en de beestjes die in het grasland leven. Ze zijn enorm waardevol voor het grasland, omdat ze de bodem open krabben en hun eigen mest en de koeienmest verspreiden. Helaas moeten we de dieren in de winter naar binnen verplaatsen vanwege de vogelgriep maatregelen. Ze leven dan in een grote binnenren die we steeds opnieuw instrooien met hooi uit het natuurgebied dat we maaien. Binnen vervullen de kippen nog steeds een functie, ze maken mooie compost voor op onze groentetuin.